Job van der Klaauw, bedelaar

Job van der Klaauw is gedoopt 08-03-1790 te Naaldwijk. Hij is getrouwd 08-09-1811 te Monster met Cecilia Verbeek, welke is overleden 08-04-1827 te Monster.

Hij wordt 21 november 1841 de Ommerschans binnengebracht door de stad Den Haag. Hij krijgt in het boek gemerkt I (Drents Archief toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 428) het bedelaarsnummer 2649. Volgens die inschrijving is zijn geloofsovertuiging ‘roomsch’, er wordt geen signalement opgemaakt.

Job van der Klaauw wordt 13 maart 1841 overgeplaatst naar Veenhuizen, vanwaar hij 29 december 1841 wordt ontslagen.

Niet voor lang, want na precies een maand wordt hij vanuit Den Haag weer opgebracht. Op 29 december 1841 krijgt hij in het boek gemerkt I bedelaarsnummer 3829. Nu maken ze wel een signalement. Hij is 1,41 3 lang, hij heeft blond haar en blauwe ogen, een kleine neus, grote mond en ronde kin.

Het ontslag van deze opname heb ik niet gevonden, maar hij zit er in ieder geval nog als zijn dochter Cecilia op 13-07-1842 te Zoetermeer trouwt, want dan gaat het over “Job van der Klaauw (vader van Cecilia), kolonist, thans in de Ommerschans, mede woonplaats hebbende te Monster”.

Bij de volgende detentie is in het Nationaal Archief een veroordeling gevonden, verplicht vanaf 1843, zie De bedelaarskolonie blz 297.
Job van der Klaauw wordt vanwege bedelarij op 22 november 1847 veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien dagen en tot het betalen van de proceskosten (zes gulden en twaalf cent) en na uitzitten van de gevangenisstraf overbrenging naar een bedelaarsgesticht.
(Archiefblok Arrondissementsrechtbank te ‘s-Gravenhage, toegang 3.03.15.01, bestanddeel 147, rolnummer 3256)

Den Haag brengt hem weer de schans binnen op 11 december 1847 en hij krijgt in het boek gemerkt L het bedelaarsnummer 2702. Dit signalement is grotendeels strijdig met het vorige, hij zou 1,70 lang zijn, bruin haar hebben en als bijzonder kenmerk ‘gebroken’. Ergens bij die signalementen moet een foutje gemaakt zijn.
Job van der Klaauw wordt ontslagen 1 juni 1853.

Kort na zijn vrijlating wordt hij weer binnengebracht, 29 juli 1853, dit keer eens niet door Den Haag maar door Monster. In het boek gemerkt R krijgt hij nummer 5329. Er is bijgekrabbeld ‘vrijw’, dus het lijkt erop dat hij vrijwillig naar de schans is gekomen.
Er worden in dit boek beroepen bij vermeld en bij Job van der Klaauw is bijgeschreven ‘tuinier’.
Er wordt geen signalement gemaakt en april 1859 wordt hij ontslagen.