Jacob Barend Keijzer, bedelaar

Jacob Barend Keijzer behoort tot de eerste groep mannen die op 25 oktober 1822 uit het gesticht te Hoorn naar de Ommerschans komen. Hij krijgt in het boek gemerkt A, Drents Archief, toegang 0137.01 invnr 422 het bedelaarsnummer A 106.

 

Hij is ongeveer 18 jaar en heeft ‘een snee over de regter wang’. Hij is op 23 mei 1823 ‘vermist’, maar ‘den 25 mei terug’.

 

Op donderdag 11 maart 1824 schrijft adjunct-directeur Harloff aan stad Ommen, gemeentearchief Ommen ingekomen stukken 1823-1824:

Ommerschans, 11 maart 1824

Ter beantwoording UwEd Missive van den 8e dezer is diendende dat ik de beide kolonisten Jacobus Bernard Keijzer en Gillis van der Abeelen, bij de loting verklaard hebbende, dat zij vroeger dan in het jaar 1805 geboren te zijn, heb voorgenomen, doch er is uit hen geen bestemd antwoord te krijgen,

den eerstgenoemde is alhier aangekomen uit het gesticht te Hoorn, in de medegebragte lijsten wordt hij opgegeven 17 jaar oud, geboren te OostZaandam, van religie een jood; hier zegt hij geboren te zijn te Leijden in 1804.

Gillis van der Abeelen is aangekomen 3 nov 1822 met een transport uit Brussel en weet volstrekt niets van den datum zijner geboorte, in de mede gebragte lijsten wordt hij opgegeven 17 jaar, doch verders geen geboorteplaats, of datum.

Mij wordt eene stellige opgave gevraagd waarom de medegezondene jongelingen van Amsterdam niet hebben medegeloot, daar toch een koninklijk besluit bestaat van den 5e januari 1822 No 10, bepalende de loting van de in de termen der nationale militie vallende kolonisten, binnen die gemeente, waar de kolonien zijn gelegen.

UwEd geklieve de goedheid te hebben mij zoo spoedig doenlijk hiertoe in staat te stellen, win?? ik zaterdagavond dat stuk te kunnen beantwoorden.

Waarmede ik de eer hebbe… enz

 

((Wie de hier genoemde Gillis van der Abeelen is zou ik echt niet weten, hij is in ieder geval NIET op 3 november 1822 aangekomen.))

 

Wat zijn leeftijd ook is, het zal hem wat de militaire dienst betreft niet worden voor Jacob Barend Keijzer. Volgens dokter Douwe Petrus van Steenwijk eind december 1824 is er sprake van ‘aanhoudende ziekte en uitteering’. Jacob Barend Keijzer overlijdt op de Ommerschans 17 juni 1825.