Anna Elisabeth Kels, bedelaar

Anna Elisabeth Kels maakt deel uit van het eerste transport Sepp dat vanuit Amsterdam, na een tocht met karren over de Veluwe, beschreven in De bedelaarskolonie p 139-142, Amstelodamum 1965 p 106 ev en de Star van april 1823 p 295 ev, zaterdag 15 februari 1823 op de Ommerschans aankomt. Er is een lijst van alle deelnemers aan dat transport.

Over Anna Elisabeth Kels gaat het – zonder dat haar naam vermeld wordt – op blz 166 van De bedelaarskolonie.

Anna Elisabeth Kels krijgt in het boek gemerkt A (Drents Archief, toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 445. Volgens die inschrijving is zij geboren 2 september 1772 te ’s Hage, als dochter van Johan Willem Kels en ?? Hame??, en heeft zij het laatst gewoond in Amsterdam. Anna Elisabeth Kels heeft een lang aangezicht en een rond voorhoofd, blauwe ogen, een ronde kin, lichtbruin haar en als bijzonder kenmerk ‘pokdalig’.

In eerste instantie wordt zij arbeidsgeschikt bevonden, maar vervolgens staat Anna Elisabeth Kels bij de invaliden in het overzicht dat de Permanente Commissie dd 29 maart 1823 stuurt aan de minister van binnenlandse zaken (Drents Archief, toegang 0186, invnr 64), vermeld in De bedelaarskolonie blz 146-147. Zie de volledige tekst van deze brief.

Adjunctdirecteur Hoff legt dat uit in een briefje gedateerd 4 juni 1823 dat door directeur Visser de volgende dag aan de Permanente Commissie wordt gezonden (Drents Archief, toegang 0186, invnr 65). Volgens hem was naderhand pas gebleken ‘dat dezelve zwak gestel voor de gewone werkzaamheden der kolonie niet bereekend was’. Daarom was Anna Elisabeth Kels op de lijst invaliden gebracht, maar ‘zeedert heeft zich voor dezelve een employ als naaijster in het waschhuis gevonden, waarvan zij een goed bestaan heeft.’

Dat gebruikt de Permanente Commissie voor een brief dd 12 juni 1823 aan de gouverneur van Noord-Holland (Drents Archief, toegang 0186, invnr 354), met daarin de zin:

Anna Isabella Kels merkelijk door zwakheid onbekwaam is bevonden tot de gewone arbeid in het etablissement, hoezeer echter de Direkteur eene bijzondere geleegenheid heeft mogen vinden, om dezelve eenig ligt werk op te dragen, waartoe zij niet ongeschikt is, en dat aan haar een genoegzaam inkomen tot onderhoud aan de hand geeft.

Ze hoeft dus niet terug en Anna Elisabeth Kels wordt 22 september 1825 ontslagen.
Maar volgens de index op de inschrijvingen keert ze later diverse keren terug en krijgt zij de bedelaarsnummers:
– ?? 513,
– G 2157, en
– H 1360.

20 augustus 2013, Wil Schackmann