Willem van der Haas wordt met naam genoemd in De bedelaarskolonie blz 128
Willem van der Haas komt 25 oktober 1822 met de eerste groep mannen uit het gesticht te Hoorn op de Ommershans. Hij krijgt in het boek gemerkt A (Drents Archief toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 95.
Er wordt geen signalement van hem opgemaakt.
Hij staat als nummer 25 op een aankomststaat (Drents Archief, toegang 0186, invnr 1370) met de vermelding 39 jaar, beroep tuinder.
Uit een brief van directeur Visser aan de Permanente Commissie dd 29 december 1822:
… als mede dat daar is overleden de Haas, op de mutatie staat dezer maand nader te melden. Deze man zoude volgens het zeggen van den chirurgijn aan de gevolgen der onzachte behandeling, welke hij in het gesticht te Hoorn dagelijks moest ondervinden, zijn gestorven; zodanig gezegde komt mij intusschen voor te zijn, te zeer van grond ontbloot, om daar van eenig gebruik te mogen maken.
(Drents Archief, toegang 0186, invnr 63)
Volgens de notitie in het stamboek A is de overlijdensdatum 16 december 1822.