Pietje Heins, bedelaar

Pietje Heins wordt 23 december 1823 de Ommerschans binnengebracht door de gemeente Avereest. Dat duidt erop – zie de redenatie in De bedelaarskolonie blz 132, 201 en 228 over opnames uit de directe omgeving – dat zij vrijwillig vanuit haar woonplaats naar de schans getrokken is en zich vrijwillig heeft aangemeld voor een verblijf daar.
Pietje Heins krijgt op folio 322 van het boek gemerkt A (Drents Archief toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 96.
Volgens die inschrijving is Pietje Heins geboren juni 1793 te Lippenhuisen in Vriesland, als dochter van Heine Sijpkes en Aake Martens, en heeft zij het laatst gewoond in Sneek.
Pietje Heins is vijf voet en 3 duim lang, zij heeft een lang aangezicht, een smal voorhoofd, zwart haar en zwarte ogen, haar kin is een ‘weinig lang’ en als bijzonder kenmerk wordt genoteerd ‘iets bruin’.

Pietje Heins wordt ontslagen 22 september 1825.