Paulus Hooggeboren, bedelaar

Paulus Hooggeboren is gedoopt te Gouda als ‘Johannes Paulus’ op 22 december 1784. Hij is het vierde kind van Adrianus Hooggeboren en Maria de Vogel. Hij komt uit een familie van bezemmakers. Zijn oom, neven en broer waren allen bezemmakers.
Zijn vader en moeder overleden kort achter elkaar toen hij 19 jaar oud was. Het overlijden van zijn vader werd op 24 april 1804 ingeschreven in het gaardersregister en het overlijden van zijn moeder twee maanden later op 25 juni. Beiden overleden in het gasthuis (het Goudse Catharijnagasthuis was toen een ziekenhuis, thans museum).
Waar Johannes Paulus daarna is gebleven, is onbekend. Zijn broer staat ingeschreven in het register civique van 1811 als bezemmaker. Maar hijzelf wordt niet genoemd, wellicht woonde hij toen al niet meer in Gouda.

Paulus Hooggeboren wordt 25 oktober 1822 de Ommerschans binnengebracht vanuit het werkhuis van Hoorn. Hij behoort tot de groep mannen wier aankomst en gemoedstemming wordt beschreven in De bedelaarskolonie blz 92-94.
Paulus Hoogegeboren krijgt in het boek gemerkt A (Drents Archief, toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 105. Hij heeft een lang aangezicht en een rond voorhoofd, blauwe ogen, een spitse neus, een kleine mond, ronde kin, blond haar en geen bijzondere kenmerken.

Paulus Hooggeboren overlijdt 26 maart 1824.

19 augustus 2013, samengesteld uit correspondentie tussen Jan Lafeber (info@lafeber.info) en Wil Schackmann.