Grietje Heins, bedelaar

Gezien haar bedelaarsnummer zal Grietje Heins ergens in de zomer van 1825 in de Ommerschans zijn opgenomen. Ze krijgt in het boek gemerkt B (Drents Archief toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 423) het bedelaarsnummer 1268 (en boek B wordt juni 1825 in gebruik genomen en begint met nummer 1265).
Ik heb haar inschrijving niet bekeken, maar er zijn twee stukjes correspondentie over haar:

– Een brief van de subcommissie van weldadigheid Leiden aan de Permanente Commissie dd 10 november 1825 (Drents Archief, toegang 0186, invnr 76):
Zekere Teunis de Vos, boeren­knecht wonende onder Aarlanderveen heeft zich tot ons gewend met een verzoek, hetgeen wij op onze beurt de Perm. Komm. voordragen, dat hem namelijk van wege Grietje Heins, thans kolonis­te, verlof moge verleend worden tot het aangaan van een huwelijk met hare dochter Marijtje, welke dochter mede onder Aarlanderveen woonachtig is; hare moeder daarentegen is in het laatstleden voorjaar op order des burge­meesters van Langenaar, die daartoe aanschrijving had, denkelijk aan den Uithoorn gevat en onmiddellijk daarop als bedelares naar de kolonien, vermoedelijk dus naar de Ommer­schans, opgezonden; hare juiste woonplaats echter hare familie onbekend zijnde, heeft zulks deze onze aanvraag veroor­zaakt.
P.S. Mogen wij ook om eenige spoed bij deze aanvrage, zoo mogelijk verzoeken, daar dit consent de eenige zwarigheid tegen het voltrekken des huw. is.

– Een brief van directeur Visser aan de Permanente Commissie dd 16 december 1825 (zelfde bron als vorige):
De bij missive der Permanente Kommissie dd. 17 nov. N773 ontvan­gen kopie brief der subkommissie Leiden van den 10e te voren heb ik in der tijd gezonden aan den Heer adjunkt Direkteur Harloff met verzoek de daar bij gevraagde notarieele akten te doen opmaken en aan mij intezenden: het schijnt egter dat de notarissen te Ommen en Nieuwleusen zwarigheid maken eene zodanige akte voor de bed. kol. Grietje Heins te stellen, of voor hun te doen passeren, als zijnde die vrouw geene wed. maar voor de tweede maal gehuwd met zekeren Gerrit van Dam. Of nu het opmaken van de vereischte akte in dit geval strijdig met de bestaande wetten, of wel onvol­doende zijn zoude is mij onbekend en ben daarom zoo vrij bovengem. kopie brief en nota van aanmerkingen dienaangaande hierne­vens aan de Perma­nente Kommis­sie te retourneren, met verzoek ingeval de bewuste akte alsnog gevorderd mogt worden, mij deswegens wel eenige inligting te wilden mededeelen.

Hoe dit is afgelopen is mij niet bekend. Grietje Heins vertrekt 10 juni 1832 met ontslag.