Geertruida Hak wordt 16 januari 1824 de Ommerschans binnengebracht door ‘de stedelijke regering van ’s Hertogenbosch’. Zij krijgt op folio 338 van het boek gemerkt A (Drents Archief toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 188.
Volgens die inschrijving is zij geboren juni 1800 te ‘Etten’, als dochter van Adriaan Hak en Anthonia de Clock, en heeft zij het laatst gewoond in ’s Hertogenbosch.
Geertruida Hak heeft een ovaal aangezicht en een hoog voorhoofd, bruine ogen, een spitse neus, kleine mond, spitse kin, bruin haar en geen bijzondere kenmerken.
Zij zou een zuster moeten zijn van de met hetzelfde konvooi afgeleverde Johanna Hak A 192, want de namen van de ouders zijn hetzelfde, maar van Johanna wordt gemeld dat zij 1 augustus 1800 geboren is en dat kan natuurlijk niet, hier is ergens een administratief foutje gemaakt.
Geertruida Hak wordt 22 september 1825 ontslagen.