Eeuwe van der Heide, bedelaar

Eeuwe van der Heide is geboren op 30-03-1825 in Harlingen, zoon van Jan Eeuwes van der Heyde en Gatske Gatses Postuma. Eeuwe trouwde, 25 jaar oud, op 02-05-1850 in Harlingen met Geertje de Jong, 30 jaar oud. Geertje is geboren op 07-10-1819 in Harlingen, dochter van Fedde de Jong en Jeltje Abes de Jong.
Genealogische informatie is te vinden op Stamboom van der Heide.

Geertje is overleden op 11-02-1860 in Harlingen, 40 jaar oud.

Acht jaar later, 4 januari 1868 wordt Eeuwe van der Heide de Ommerschans binnengebracht door de provinciehoofdstad Leeuwarden na een veroordeling wegens bedelarij. Hij krijgt in het stamboek Drents Archief, toegang 0137.01, invnr 293, het bedelaarsnummer 5404.
Zijn geloofsovertuiging is ‘hervormd’ en als domicilie van onderstand – zie De bedelaarskolonie blz 175-176 – wordt vermeld Harlingen.
Achter zijn naam staat V2, wat inhoudt dat hij wordt ondergebracht in het tweede gesticht te Veenhuizen.
Eeuwe van der Heide wordt 1 april 1870 ontslagen

– Maar op 7 september 1871 wordt hij opnieuw afgeleverd, nu door Assen, wat kan duiden op een vrijwillige opname, zie de redenatie in De bedelaarskolonie blz 132, 201 en 228 over opnames uit de directe omgeving.
Hij krijgt in het stamboek Drents Archief, toegang 0137.01, invnr 291, het bedelaarsnummer 674.
Hij wordt weer ontslagen op 6 september 1873.

– Na 5 (!!) dagen strandt hij weer te Assen, op 11 september 1873 levert die stad hem weer af. Hij krijgt in het stamboek Drents Archief, toegang 0137.01, invnr 293, het bedelaarsnummer 4865.
Na twee jaar 10 september 1875 gaat hij weer vrij.

– Dit keer duurt het een maandje. Op 28 oktober 1875 brengt Assen hem na zijn vierde veroordeling. Hij krijgt in het stamboek Drents Archief, toegang 0137.01, invnr 293, het bedelaarsnummer 6206.
Op 28 maart 1878 wordt hij weer ontslagen.

Daarna weet hij uit het gesticht te blijven, blijkbaar is er verder iemand die voor hem zorgt. Eeuwe van der Heide overlijdt op 07-06-1893 in Harlingen, 68 jaar oud.

13 augustus 2013, samengesteld uit correspondentie tussen Melle van der Heide uit Harlingen en Wil Schackmann