Cornelia Jacoba de Hetrie, bedelaar

Cornelia Jacoba de Hetrie is de weduwe van adjunctdirecteur Jacob Vertraugott Harloff. (Er komt nog een file van Jacob Harloff voor meer informatie.) Het in de bedelaarskolonie opduiken van zijn weduwe en kinderen wordt gemeld in De bedelaarskolonie blz 298

Cornelia Jacoba de Hetrie wordt 1 mei 1849 de Ommerschans binnengebracht door de stad Zwolle. Zij krijgt in het boek gemerkt Q (Drents Archief, toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 435) het bedelaarsnummer 2357.

Volgens die inschrijving is zij geboren 3 december 1799 te ’s Gravenhage en is haar geloofsovertuiging ‘gereformeerd’.
Cornelia Jacoba de Hetrie is 1.7.4.5 lang, zij heeft een smal aangezicht, bruin haar en blauwe ogen, een grote neus en grote mond, een spitse kin en geen bijzondere kenmerken.

Zij is vergezeld van haar zoon:

Jacob Vertraugoth Harloff, die in het boek Q het bedelaarsnummer 2360 krijgt. Hij is 1.1.3.2 lang, hij heeft een vol aangezicht, bruin haar en bruine ogen, eem brede kin en geen bijzondere kenmerken.

Twee dochters zijn eerder al een keer in de bedelaarskolonie opgenomen geweest en inmiddels vrij, maar als de weduwe en haar zoon er een jaar zitten, melden die dochters zich weer. Op 6 juli 1850 komen vanuit Zwolle:

Charlotta Amalia Harloff, die bij haar eerdere opname het nummer N 216-1085 had en nu in het boek gemerkt P het nummer 1701 krijgt. Volgens die inschrijving is zij geboren in 1830 te Avereest. Charlotta Amalia Harloff is 1.6 lang, zij heeft een ovaal aangezicht, bruin haar en blauwe ogen, ronde kin en geen bijzondere kenmerken

Theodora Wilhelmina Harloff. Haar eerdere opname lan ik niet vinden, maar er staat nu bijgeschreven ‘2e maal’ als ze in het boek gemerkt P het nummer 1697 krijgt. Volgens die inschrijving is zij geboren in 1828 te Avereest. Theodora Wilhelmina Harloff is 1.5.8 lang, zij heeft een ovaal aangezicht, bruin haar en blauwe ogen, ronde kin en geen bijzondere kenmerken

Cornelia Jacoba de Hetrie wordt 25 januari 1851 overgeplaatst naar Veenhuizen, tegelijk met zoon Jacob Vertraugoth Harloff en de dochters Charlotta Amalia Harloff en Theodora Wilhelmina Harloff. Ze krijgen samen een woninkje voor een bedelaarshuisgezin als beschreven in De bedelaarskolonie blz 259.

Later vliegen de kinderen uit:
– Jacob Vertraugoth Harloff is ‘den 1 april 1855 in dienst getreden bij het 7 Regiment Infanterie als milicien’.
– Theodora Wilhelmina Harloff wordt 20 of 30 juli 1855 ontslagen.

Het ontslag van Charlotta Amalia Harloff heb ik niet gezien, maar zij is de enige die terugkeert. Zij krijgt dan de bedelaarnummers:
– W 2199,
– 3340,
– 3963, en
– 3592.

Tenslotte moeder Cornelia Jacoba de Hetrie. In het boek van Albert Piel (zie de inleiding op de verantwoording) staat een stukje:
De voordracht voor ontslag over 1863 betrof o.m. Cornelia Jacob de Hetrie weduwe van J.W. Harloff, met twee kinderen. Bij de naam van genoemde weduwe staat echter vermeld.
“Geen kans ziende om aan een middel van bestaan te geraken, verzoekt zij nog een jaar in de gestichten te mogen blijven”, waarbij de Directie van de Ommerschans aantekende;
“De moeder, 64 jaren oud, kan door werken niet in haar onderhoud voorzien.
Haar twee kinderen werken voor de voeding. Het advies van de Directie luidde “Blijven”.

Wie hier met die twee kinderen bedoeld wordt, weet ik niet.

Uiteindelijk wordt Cornelia Jacoba de Hetrie op 16 juli 1870 ontslagen.

29 augustus 2013, Wil Schackmann