Coenraad Hofmeester, bedelaar

Voorafgaand aan zijn opzending naar de schans komt Coenraad Hofmeester voor op een ‘Nominatieve Staat van Personen, welke voegzaam naar de Colonien der Maatschappij van Weldadigheid kunnen worden opgezonden’, welke lijst op 4 juni 1823 te Nijmegen is opgesteld door een commisaris van politie met de verklaring ‘Deze bovenstaande vier en twintig personen, hebben zig aangegeven na de Ommerschans te willen gaan, wijl enige derzelve ofschoon bedeeld, verklaren niet te kunnen leven, en de overige uit hoofde harer jongheid gene bedeling hebben, ook niet kunnen bestaan’.
Coenraad Hofmeester staat daarop vermeld als geboren te Nijmegen, oud 28 jaar, in de kolom ‘uit welke fonds en hoeveel zijn trekkende’ staat ‘8 stuiver maands, Alg Bestuur’.
( Regionaal archief Nijmegen, Oud Secretarie Archief Nijmegen, invnr 10721_1)

Coenraad Hofmeester wordt 8 augustus 1823 de Ommerschans binnengebracht door Nijmegen. Hij krijgt in het boek gemerkt A (Drents Archief toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 1052.
Volgens die inschrijving is hij geboren 11 februari 1795 te Nijmegen, als zoon van Jacob Frederik Hofmeester en Elisabeth Beri, en heeft hij het laatst gewoond in hetzelfde Nijmegen.
Coenraad Hofmeester is vijf voet, vijf palm en drie strep lang, hij heeft een breed aangezicht en een plat en breed voorhoofd, bruine ogen, kleine neus, brede mond, brede kin, bruin haar en als bijzonder kenmerk ‘op de regter arm een zoogenaamde muis’.

Hij deserteert 2 september 1825, maar hij keert – hetzij gedwongen, hetzij vrijwillig – later terug en krijgt dan bedelaarsnummer C 1629.