Catharina Helsemoortel, bedelaar

Volgens de index op de inschrijfregisters krijgt Catharina Helsemoortel bij binnenkomst in het boek gemerkt C (Drents Archief toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 424) het bedelaarsnummer 1540 en haar kind Sophia Cornelia Helsemoortel krijgt nummer 1541. Die inschrijvingen heb ik niet gezien, maar ik trof haar in een discussie over de ontslagvoordracht 1829.

De directie had haar op de concept-ontslagvoordracht gezet, maar de Permanente Commissie wil ze 30 maart 1829 eraf halen, want Catharina Helsemoortel komt voor op de lijst van geheele invaliden en men begrijpt niet hoe ze dan aan zoveel oververdiensten komt.
Bovendien wil men weten hoe zij in de gewone maatschappij de kost denkt te gaan verdienen.

Directeur Visser verwijst in zijn antwoord naar het antwoord over enkele andere kolonisten die ook op de invalidenlijst staan en toch veel oververdiensten hebben (Antje Burger E 964 en Geertruida Koper E 981). Daar staat:
1 zijn altijd ijverig in de fabriek werkzaam geweest,
2 hebben voor zilver koloniale munt ingewisseld en deze munt destijds gestort
3 hebben van andere fabriekswerkers voor zilvermunt opgekogt het door hun meerder verdiende, als tot hunne voeding vereischt wierd en hebben langs dezen weg oververdiensten verkregen.

Ten aanzien van Catharina Helsemoortel schrijft hij:
No 1540 Catharina Hilsemortel, met haar kind no 1541, id id als de voorgenoemden en nog voorgeeft dat hare famielje ertoe in staat is en haar ook gaarne wilde onderhouden.

Bijgekrabbeld met potlood (wschijnlijk de eindbeslissing van de Permanente Commissie):
Blijven, om dat zij hare oververdiensten op eene onbetamelijke wijze heeft verkregen. Het staat hare familie vrij, bijaldien zij in staat en genegen is voor haar onderhoud te zorgen, haar ontslag bij request te verzoeken.

(Drents Archief, toegang 0186, invnr 1469)