Akke Jans Hemrica, bedelaar

Akke Jans Hemrica is ingeschreven als Akke Jans Himmeriks (dus het is een wondertje dat we het gevonden hebben), maar ze heet echt Hemrica.

Akke Jans Hemrica werd op 11-11-1798 in Garijp geboren. Ze was de dochter van Jan Sytses Hemrica en Ytje Eelkes Boonstra.Ze trouwde op 7-2-1818 in Bergummerdam met Sake Hendriks van den Akker. In 1847 was ze weduwe, maar er staat in een formulier over haar dat Sake haar al in 1824 had verlaten. Sake overlijdt op 25-10-1825 in Groningen. Hij was schipper.

In het archief van Bergum is gevonden dat Akke Jans Hemrika op 31-12-1850 vanuit Zwolle naar Ommerschans werd getransporteerd in een wagen, bespannen met 2 paarden. Volgens een medisch attest was haar gezondheid te slecht om te lopen. Ze was in Zwolle voor bedelarij veroordeeld. Zwolle stuurde een declaratie van f.5,40 naar Bergum omdat Akke daar in april 1847 domicilie van onderstand had gekregen.

Akke Jans Hemrica wordt aldus 31 december 1850 door Zwolle de Ommerschans binnengebracht. Zij krijgt in het boek gemerkt Q (Drents Archief, toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 435) het bedelaarsnummer 3180.
Er wordt een (zoals zo vaak: fout) geboortejaar 1802 genoteerd en als geloofsovertuiging ‘gereformeerd’.

Akke Jans Hemrica is 1.6. lang, zij heeft een ovaal aangezicht, blond haar en blauwe ogen, een kromme neus, een ronde kin en als bijzonder kenmerk ‘mismaakt gezigt’.

Als domicilie van onderstand – zie De bedelaarskolonie blz 175-176 – wordt vermeld Bergum.

Akke Jans Hemrica wordt 21 juli 1851 overgeplaatst naar Veenhuizen, vanwaar zij 23 (of 27 of 29, niet te lezen wegens doorhaling) juli 1851 wordt ontslagen.

Zij overlijdt een half jaar later, 10-2-1852 in Bergum.

19 augustus 2013, samengesteld uit correspondentie tussen Bert Hemrika en Wil Schackmann.
Een volledige en fraaie beschrijving van het hele verhaal staat in de Parenteel van Hoecke(zoek op die pagina op ‘Akke Jans’).