Engelina Goeree, bedelaar

Engelina Goeree behoort tot de vrouwen in het provinciaal werkhuis te Hoorn, beschreven in De bedelaarskolonie blz 90-92, die door kapitein Hoff worden geselecteerd en daarna door hem over de Zuiderzee naar de Ommerschans worden gebracht, waar ze 10 oktober 1822 aankomen. Er is een lijst van alle deelnemers aan dat transport.

Engelina Goeree wordt in het ‘boek gemerkt A’ (Drents Archief toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) ingeschreven onder bedelaarsnummer 65. Volgens die inschrijving is zij geboren 21 augustus 1782 te ´Buitenkerk´, als dochter van Cornelis Goeree en Maria van Bekker, en heeft zij het laatst gewoond in Rotterdam. Zij heeft een lang aangezicht en rond voorhoofd, zwart haar en bruine ogen, een spitse neus, een kleine mond, brede kin en als bijzonder kenmerk is genoteerd ‘klein’.

Engelina Goeree overlijdt 19 mei 1823.