Bastiaan de Groot, bedelaar

Bastiaan de Groot behoort tot de eerste groep mannen die op 25 oktober 1822 uit het gesticht te Hoorn naar de Ommerschans komen. Hij krijgt in het boek gemerkt A, Drents Archief, toegang 0137.01 invnr 422 het bedelaarsnummer A 96.

 

Bastiaan de Groot overlijdt op de Ommerschans 20 december 1823.

 

Op 24 januari 1824 schrijft de Commissaris van Policie der stad Hoorn aan het gemeentebestuur van Ommen met de vraag of ze hem een doodakte willen sturen. Blijkbaar doen ze dat, want op 3 maart 1824 schrijft diezelfde commissaris, die zo te zien Bakker heet, opnieuw. Beide brieven bevinden zich in het gemeentearchief Ommen, ingekomen stukken 1823-1824.

Hoorn, 3e Maart 1824

Voor eenige tijd ontving ik van UwEd de doodacte van zekere in de Ommerschans overledenen Bastiaan Groot, waarvoor ik UwEd de onkosten franco het geremitteerd.

Dit stuk moest dienen aan de zoon bij het aangaan van een wettig huwelijk, en zie daar: uit hoofde dat de handtekening van den Heer Officier van de Burgerlijke Stand der stad Ommen niet door den Heer President van de Regtbank is gelegaliseerd, zo kan het huwelijk niet voltrokken worden, en onze arme knaap is reeds 4 a 5 weken de bruidegom.

Den Heer Schout van de gemeente waaronder de jonge Groot woond is zwaar ziek, men informeerd mij dat de doodacte om gelegaliseerd te worden door den Heer Schout aan UwEd is opgezonden, is dat nu zo, zo was mijn verzoek dat UwEd die aan mij dadelijk wilde opzenden, oftewel anders een andere doodacte gelegaliseerd, de kosten zal ik UwEd in dank overmaken.

Terwijl ik tot wederdienst bereid ben en mij met achting noem

De commissaris van policie der stad Hoorn,
Bakker

 

Voor zo ver ik kan nagaan doet Ommen weer wat er van haar gevraagd wordt, zodat de zoon van de overleden Bastiaan alsnog kan trouwen.