Joh. Leon v.d. Burgh, bedelaar

Volgens mij is Joh. Leon v.d. Burgh nooit in de Ommerschans geweest, want in de inschrijfregisters kan ik hem niet vinden, maar hij komt voor in een brief van commissaris Sepp aan de Permanente Com­missie dd 26 september 1823 (Drents Archief, toegang 0186, invnr 66), uit welke brief stukjes worden geciteerd in De bedelaarskolonie blz 201:

De personen die door mij als deserteur en desertrices uit de koloniën van de Maat­schappij zijn aangehouden, zouden nu weldra vervoerd worden, om dan te gelijk bij die gelegenheid terug te nemen, de zoodanige welke daartoe gedestineerd zijn;
vooraf ech­ter vind ik mij in gemoede verpligt Uw WelEd te verzoeken, dat het bestuur der Maatschap­pij, dat is de Perman. Komm. gelieft te beve­len, dat met betrekking tot de anders noodza­kelijke kastijding, in dezen eene bijzondere exceptie plaats vinden, en alleen mag wor­den toegediend aan de twee bovenste van de lijst aan den voet dezes vermeld.

Deze twee aangehaalden hebben zulks, vooral de bo­venste, zeer nadrukke­lijke verdiend, terwijl de overigen, meer vrijwillig naar de Ommers. verzonden, gedwee en stil, met gehoorzaam­heid en onderwer­ping, zich naar hunne lots­bedeeling beloven te zullen inschikken en voegen.

Mag ik UW WelEd tevens vriendelijk verzoeken, mij wel te willen opgeven: of niet de prijsbepaling voor het transporteren van deserteurs en desertrices is vastgesteld op 50 cents, voor ieder uur afstand, behalve een premie van drie gulden voor elk persoon, en of niet die afstand bij zomer en winter, te water en te land bepaald is op 36 uur?

De namen der deserteurs en desertrices zijn:
– Alexander Kruid (word door kastijding goed)
– Joh. Leon v.d. Burgh (reeds driemaal gede­serteerd)

Deze zeven worden ter verkrijging van gracie aanbevolen:
– Elisabeth Kuultjes
– Johanna Margaretha Kap
– Jan Daniels
– Maria Moor
– Maria Mak
– Cornelis Kaarting
– Johanna Weimans

Sepp maakt er nogal een rommeltje van. Joh. Leon v.d. Burgh en Maria Mak zijn volgens mij nog nooit in de Ommerschans geweest dus die kunnen ook nooit gedeserteerd zijn. Ze zullen ook niet bij de mensen zitten die Sepp kort daarop naar de schans brengt.
De andere zeven wel, zie de lijst van 12 oktober 1823. Maar met Kuultjes bedoelt hij Keultjes, met Jan Daniels bedoelt hij Johan Daniel Entiaan, Kaarting moet zijn Kersting en Weimans moet zijn Wimmers. Voor de rest klopt het wel.

9 augustus 2013, Wil Schackmann