Jasper Bokhoven, bedelaar

Jaspar Bokhoven is al een keer eerder opgenomen geweest en had toen het bedelaarsnummers R 5096, als hij 4 januari 1856 opnieuw de Ommerschans wordt binnengebracht. Dat gebeurt door de gemeente Utrecht en hij krijgt in het boek gemerkt R (Drents Archief, toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 436) het bedelaarsnummer 5599.

Hij was van zijn vorige opname gedeserteerd op 6 augustus 1855 en volgens informatie van onderzoeker Peter van Rooden was hij 1 december 1855 door de Utrechtse politie aangehouden. Die hebben hem dus eerst een maandje in een cel geparkeerd voor ze hem (zie boven) terugbrachten.

Bij deze inschrijving is als geboorteplaats en -datum genoteerd ‘Leerdam in 1805’, als geloofsovertuiging ‘gereformeerd’ en als domicilie van onderstand Leerdam.

De inschrijving loopt door in het boek gemerkt U. Daar is ook een beroep genoteerd: ‘Schippersknecht’.

Jaspar Bokhoven wordt 9 juli 1856 overgeplaatst naar Veenhuizen, vanwaar hij 19 september 1856 wordt ontslagen.

Op 6 maart 1857 wordt hij opnieuw de Ommerschans binnengebracht, dit keer door de stad ’s Gravenhage. Hij krijgt in het boek gemerkt S (Drents Archief, toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 437) het bedelaarsnummer 534.

Dit keer wordt als beroep genoteerd ‘schipper’.

Jaspar Bokhoven wordt 21 maart 1857 overgeplaatst naar Veenhuizen, vanwaar hij 28 mei 1858 wordt ontslagen.

Maar volgens de index op de inschrijvingen keert hij later diverse keren terug en krijgt hij de bedelaarsnummers:
– U 4945
– T 3393
– W 2856

Nadere informatie:
Peter van Rooden heeft onderzoek gedaan naar Jasper Bokhoven, wiens naam ook voorkomt als Boekhoven, en meldt: Jasper diende als soldaat in de Tiendaagse Veldtocht (1831) en ontving hiervoor het Metalen Kruis (1832). Hij is nooit getrouwd geweest en had voorzover bekend geen kinderen. Zijn ouders waren de Leerdammers Bartholomeus Bokhoven (1776-1809) en Gijsje Lansel (1777-1854).