Harm Julles Bos, bedelaar

Harm Julles Bos wordt 14 augustus 1824 de Ommerschans binnengebracht door de stad Groningen. Hij krijgt in het boek gemerkt A (Drents Archief toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 26.
Volgens die inschrijving is hij geboren in 19 maart 1802 te Middelstum, als zoon van Harme Bos en een onbekende moeder, en heeft hij het laatst gewoond in Groningen.

Harm Julles Bos is vijf voet en drie duim lang, heeft een ovaal aangezicht en een plat voorhoofd, blauwe ogen, een ronde kin, bruin haar en als bijzonder kenmerk ‘dubbeld gebroken en een ?? op ’t linker oog’.

Het is nergens aangetekend, maar hij moet al heel snel de benen genomen hebben, want volgens informatie van Petronella Elema uit het archief van de gouverneur van Groningen, bevindt Harm Julles Bos zich als opgepakte deserteur uit de Ommerschans eind september in gevangenschap in Groningen. Op 3 oktober 1824 komt agent W. Hofkamp hem en drie anderen ’s morgens om zes uur ophalen om ze naar de Ommerschans te brengen, waar ze 4 oktober aankomen.
Omdat hij minder dan drie maanden weg is geweest, behoudt Harm Julles Bos zijn oude inschrijfnummer.

Eind 1824 staat hij op de door Douwe Petrus van Steenwijk gemaakte lijst van invaliden als ‘zwaar gebroken’.

Harm Julles Bos overlijdt 7 januari 1825.