Elizabeth de Bond, bedelaar

Het zou ook Elizabeth de Bona kunnen zijn.

Elizabeth de Bond wordt 20 januari 1824 de Ommerschans binnengebracht door de stad Utrecht. Zij krijgt op folio 340 van het boek gemerkt A (Drents Archief, toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 206.
Volgens die inschrijving is zij geboren 30 oktober 1778 te Utrecht, als dochter van Jacobus de Bond en Elisabeth H??, en heeft zij het laatst gewoond in hetzelfde Utrecht.
Elizabeth de Bond is vier voet en elf duim lang, zij heeft een schraal aangezicht en een gedekt voorhoofd, blauwe ogen, een grote neus en een grote mond, een ‘ingetrokken’ kin, grijs haar en geen bijzondere kenmerken.

Zij is vergezeld van:

Jan de Bond, geboren 16 of 18 maart 1821 te Utrecht, als zoon van een onbekende vader en Elizabeth de Bond. Hij krijgt op folio 340 van het boek gemerkt A het bedelaarsnummer 208.

Volgens het ‘Mutatie-register van Bedelaars en Kinderen over het jaar 1830’ (Drents Archief, toegang 0186 Archief van de Maatschappij van Weldadigheid, invnr 1510) worden Elizabeth de Bond en Jan de Bond op 26 mei 1830 uit de bedelaarskolonie ontslagen.

Maar volgens de index op de inschrijvingen keren ze later diverse keren terug en krijgen zij de bedelaarsnummers:
– F 797 (Elisabeth) en F 838 (Jan),
– G 23 (Elisabeth) en G 41 (Jan),
– H 235 (Elisabeth) en H 224 (Jan),
– L 3370 (Elisabeth)
– R 4752 (Elisabeth).