Carel van den Brink, bedelaar

Carel van den Brink wordt 4 juni 1823 de Ommerschans binnengebracht door de stad Utrecht. Hij krijgt in het boek gemerkt A (Drents Archief toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 841.
Volgens die inschrijving is hij geboren in 1766 te Utrecht, als zoon van Cornelis van den Brink en Chatarina van Lier, en heeft hij het laatst gewoond in hetzelfde Utrecht.
Carel van den Brink is 1 El, zes palm en twee streep lang, hij heeft een ovaal aangezicht en een rond voorhoofd, blauwe ogen, een spitse neus, een ronde kin, grijsachtig haar en geen bijzondere kenmerken.

Hij is vergezeld van wat zeer hoogstwaarschijnlijk zijn dochter is:

Cornelia van den Brink krijgt in het boek gemerkt A het bedelaarsnummer 842. Volgens die inschrijving is zij geboren te Utrecht als dochter van Carel van den Brink en ‘Leena’, en heeft h/zij het laatst gewoond in hetzelfde Utrecht. Er staat geen geboortedatum bij, maar volgens de ontslagvoordracht van 24 september 1824 (Drents Archief, toegang 0186, invnr 1502 is zij dan 18 jaar, dus het zal ergens rond 1806 zijn.
Cornelia van den Brink heeft een ovaal aangezicht, blauwe ogen, een ronde kin, bruin haar en geen bijzondere kenmerken.

Vader Carel van den Brink overlijdt 16 april 1824.

Daarna volgt correspondentie over zijn dochter:

– Uit een brief van directeur Visser aan de Permanente Commissie dd 12 september 1824 (Drents Archief, toegang 0186, invnr 70:
Ter beantwoording van de nog overig gebleven punten der missive van de Permanente Kommissie dd. 5 dezer N549 is dienende dat
(…)
Cornelia van den Brink door hare oververdiensten nog geen regt op ontslag zal hebben verkreegen, doch dat zij zich overigens goed gedragende naar aanleiding der bovengen. missive van de Permanente Kommissie op den eersten volgende staat van voordragt tot ontslag zal worden gebragt.

– Uit een brief van directeur Visser aan de Permanente Commissie dd 15 september 1824 (Drents Archief, toegang 0186, invnr 70:
Ter voldoening aan de missive der Permanente Kom­mis­sie dd. 10 september N470, heb ik de eer hier nevens aan haar te doen geworden eene nominatie­ve staat van tot ontslag uit de Ommerschans voorgedragene beedelaars, die een jaar of langer in dat etablissement zijn geweest, en ten minsten ƒ25 oververdiensten hebben, op welke staat ook is gebragt de bewuste Cornelia van den Brink.

Volgens de bijgevoegde staat heeft zij ƒ1,76 oververdiente.

Cornelia van den Brink wordt 22 september 1824 ontslagen.