- Een eigenaardige geslachtswisseling bij Grada Arnoldina (of Gerardus Arnoldus) Beene, zie hier.
- Enkele door anderen bij mij ingeleverde – daar ben ik altijd erg blij mee – stukjes over twee Ommerschans-bezoekers, te weten de Amersfoortse wever Wouter van Diemen en de ex-KNIL soldaat Dirk van Piekeren.
- Een poging om alle employés van de Ommerschans tijdens de koloniale periode op een rijtje te krijgen. Het vordert slechts langzaam, maar een deel van het overzicht staat er.
- Het moet een verschrikkelijke familieruzie geweest zijn, bij de Rotterdamse familie Fròhm. Zoon Johan Frederik Wilhelm verandert zelfs zijn naam. Maar dankzij de Ommerschans komt alles goed, want daar wil hij echt niet zijn. Zie de archiefstukken over ´Jacob Torenvliet´ of het geheel in verhaalvorm.
- Enkele eerder uitgeschreven stukjes in verhaalvorm, waarvoor ik in het boek geen plaats meer had. Zoals over de hieronder al even genoemd Karel Rode, over de ongelukkige Jan Vogel die een klap krijgt, een héél klein stukje over Groen van Prinsterer en het verhaal van Paulus Bloemer.
- De laatste namen bij in het boek naamloze employés: Van Kooten is de zaalopziener die in 1823 overlijdt, Arnoldus Boers is de eerste katholieke geestelijke op de schans, Augustinus Antonius Hubertus Hamer de arts die schrijft over bedelaars met een psychische beperking en Adrianus Hulst de adjunctdirecteur die 16 december 1859 de sleutels van de Ommerschans aan de Staat overhandigt.
- Toegevoegd bij de stukken het besluit om militaire veteranen uit Veenhuizen in te zetten voor veldwachterswerk en ordehandhaving. De daarbij aangestelde velkdwachters heb ik bij de employé’s opgenomen, maar latere veteraan-veldwachters zullen moeilijk te traceren zijn, ze staan namelijk niet in de personeelsregisters.
- Nog meer employés die alsnog een naam krijgen. De teveel drinkende eerste veldwachter heet Geylen en de zaalopziener die vanuit Amsterdam komt lopen Van Midlum. Ook de Haarlemmers die als eersten over de spinarbeid gaan, krijgen een naam en er staat een tamelijk hilarisch verhaal over een lintmolen in het file van deze familie Honing.
- Soms staat het zo mooi op een andere site dat ik alleen maar hoef te verwijzen. Dat geldt bijvoorbeeld ten aanzien van de zaalopziener (van 1832 tot 1843) Adolf Daniel Otterbein, wiens smartelijke ontslag door Helmuth Rijnhart wordt beschreven.
- Ook bij de employés krijgen de mensen die het in het boek zonder naam moesten stellen, op de site alsnog een naam: de zaalopziener die eerst sociëteitshouder te Winschoten was, heet Charles Louis Donninger, de boekhouder die van stappen houdt Heystek, de onbekwaam bevonden schoolmeester Bonestreek.
- Om bij te houden welke zaken mij tijdens het invoeren opvallen, ben ik begonnen met een pagina categoriën. Er staat nog niet veel op, maar vooral de potentie van de Ommerschans als dating-site was mij in het verleden geheel ontgaan.
- Als ouders in Ommerschans of Veenhuizen overlijden en kinderen alleen achterblijven, is de kans groot dat ze worden ondergebracht in het kindergesticht. Het loont de moeite dat in het Drents Archief na te gaan. Zie bijvoorbeeld de jongste zoon van David Tange, de kinderen van Pieter Jakles Donia en twee van de kinderen van zaalopziener Arnold Heinrich Vormann.
- Na een bezoekje aan het archief kon ik toevoegen dat de weduwe Schoonhoff TWEE keer met haar kinderschare de schans is ontvlucht. Ook het verhaal van de weduwe van adjunctdirecteur Jacob Harloff heeft wat handen en voeten gekregen. Evenals de enige op de schans geboren auteur, August Pieter van Groeningen.
- Bij de stukken staat nu ook het eerste protest tegen de toestroom van invaliden en het invaliditeitscontract van 23 juni 1827, van enorm belang voor het verdere bestaan van Ommerschans en Veenhuizen.
- Om het boek leesbaar te houden liet ik in De bedelaarskolonie veel mensen naamloos. Die krijgen op de site alsnog een naam. Bijvoorbeeld Hendrika de Jong wier dochters ‘van tijd tot tijd hare moeder bezoeken’. En Anna Christina Seijffer die ‘als een dwijl bij de straat loop’.
- Brieven vanuit een ‘geprangd moederhart’ zitten ook in De bedelaarskolonie, maar hier heb ik nog twee hele mooie die niet eerder gepubliceerd zijn. Het gaat over de 17-jarige Karel Rode, die een ‘misstap’ heeft begaan.
- Er zijn geschiedenissen die zo ingewikkeld zijn dat ik bij voorbaat weet dat ik het nog een keer zal moeten doen. Ik heb erg mijn best gedaan op Petronella Storimans en haar Ommerschans-liefde Jacobus Tiggelaar, maar of het echt te volgen is…
- Marloes van Adrichem-Japink stuurde mij interessante informatie over de familie Van Adrichem. Alweer een Ommerschans-huwelijk, ik krijg de indruk dat die best veel voorkwamen, ik zal ze eens gaan bijhouden.
- Via contact met Nel Bakker-ter Woort kwam er een pagina over Dirk ter Woort, de zoon van een liedjeszanger, en zijn vrouw die als kindje Schoonhoff al eens op de schans geweest was.
- Ik heb zitten twijfelen of ik Roelofje Roelfs Jaringa op zou nemen of niet, want ze is nooit de schans binnengekomen. Maar dat verhaal over die taalkundige blunder vind ik toch erg de moeite waard.
- Een mooie vandaag ingevoerde vind ik de extreem vluchtgevaarlijke Enne Soorwold. Volgens mij een levensgenieter?