Ongemak aan de lijfmoeder, p 236

Gebaseerd op:
– notitie op 23 juni 1824 in brievenboek Inkomende post invnr 348,
– brief van de Permanente Commissie aan directeur Visser dd 10 november 1824, invnr 355,
– brief van directeur Visser aan de Permanente Commissie dd 18 november 1824, invnr 71, met bijgevoegde brief van Harloff,
– brief van de Gouverneur van Groningen aan de Permanente Commissie dd 13 december 1824, 71,
– brief van directeur Visser aan de Permanente Commissie dd 24 december 1824, met daarbijgevoegd een ‘Nominative opgave van alle zulke kolonisten welke door hoge ouderdom, zwakheid of ligchaamlijke gebreken ongeschikt bevonden zijn voor veld, of eenige kracht vereischt wordende arbeid’, welke lijst is ‘Opgemaakt te Ommerschans den 23 December 1824 door mij V Steenwijk belast met de genees- en heelkundigen dienst in bovenstaande Colonie.’

NB: De aan de poort afgekeurde 54- of 62-jarige vrouw heet Roelofje Roelfs Jaringa. Zie voor de volledige stukken hierover en over de taalkundige blunder het file van Roelofje Roelfs Jaringa.
NB: De onderdirecteur die ten onrechte het woord ‘onbevoegd’ gebruikte, is F.C. van Midlum.
NB: Douwe Petrus maakt zijn lijst ´ter voldoening aan de missive der Permanente Kommissie dd. 14 december N779´,