Gebaseerd op:
– brief van Binnenlandse Zaken aan de gouverneur van Groningen ‘houdende kennisgeving dat de kosten eerstdaags zullen ingevorderd worden voor het verplegen en onderhoud van personen welke naar de Ommerschans zijn opgezonden’, GrA tg 800 invnr 310, datum ontvangen 3 juli 1823, ingekomen stuk 911,
– Koninklijk Besluit 6 november 1822 No 15. GrA tg 800 invnr 215,
– Wet op het domicilie van onderstand van 28 november 1818,
– brief van de gouverneur van Groningen aan de ‘directeur der kolonie Ommerschans’ over de tegengekomen ‘difficulteiten’, GrA tg 800 invnr 311,
– brief van de gouverneur van Utrecht aan de Permanente Commissie dd 28 november 1823 waar enkele bedelaars ‘vóór hunne opzending gedomicilieerd hebben’, notitie in brievenboek invnr 20,