De aanvraag voor Hoff, inclusief de door Johannes van den Bosch verlangde financiële regeling (zie p 44-45), wordt gedaan op 15 februari 1822, invnr 353, de koninklijke goedkeuring komt binnen op 14 maart 1822, ‘dat kapitein Van Hoff van het koloniaal depot voor de tijd van 8 maanden met behoud van rang en half traktement in dienst treedt bij de Maatschappij’, invnr 60.
De beschrijving van de gebeurtenissen als Hoff aankomt, staan in het 14 februari 1823 door Fenner geschreven ‘Verhaal van gebeurtenissen op der Ommerschanz an de Permanente Kommissie der Maadschappij van Weldadigheid gedaan door den gepensioneerden lieutenant Fenner, gewezen Onder Directeur der kollonie Ommerschanz’, invnr 64.