Het bestek van de Ommerschans is heel recent teruggevonden in België in de Brusselse archieven van de Maatschappij van Weldadigheid in de zuidelijke Nederlanden. Blijkbaar zijn dergelijke stukken (ook het bestek van Veenhuizen is in Brussel teruggevonden) op een gegeven moment vanuit Den Haag naar België gestuurd om te dienen als richtlijnen voor een te Merksplas te bouwen etablissement voor bedelaars.
De bijbehorende tekening, waarnaar in het bestek regelmatig verwezen wordt, is helaas (nog) niet terugevonden en daarom moet de preciese indeling van het gebouw worden afgeleid uit:
– losse opmerkingen in brieven van Johannes van den Bosch, met name 6 april 1822, 9 april 1822, 23 mei 1822, alles invnr 61, en over de zalen 12 maart 1823 invnr 64,
– beschrijvingen van bezoekers, zie de genoemde reisbeschrijvingen bij p 178 en p 181 en het verhaal van Groen van Prinsterer (zie inleiding),
– beschrijvingen in de Star, met name het jaarverslag 1822 pagina 562 ev en het verslag van de Commissie van Toevoorzigt in het oktobernummer 1822 p 720 ev,
– brandverzekeringspolissen invnr 1295/1296,
– de behandeling van klachten over de onderdelen waar Nuis van het plan is afgeweken, zie de aantekeningen bij p 112.