Dwarsdrijverij, p 150

Gebaseerd op:
– de provinciale commandant van Overijssel beklaagt zich over de gebrekkige wijze waar­op het detachement militairen aan de Ommer­schans gehuisvest is dd 20 januari 1823, invnr 64,
– brief van directeur Visser aan de Permanente Commissie dd 26 januari 1823, dat hij de brief van de commandant heeft doorgestuurd aan Hoff en die er iets aan moet gaan doen, invnr 64,
– bijgevoegd bij een brief van directeur Visser aan de Permanente Commissie dd 28 januari 1823 is een briefwisseling van Hoff met de provinciale comman­dant in Zwolle over de huisvesting van het detache­ment, invnr 64,
– de provinciale commandant van Overijssel beklaagt zich dat in de wijze van huisvesting van het detachement aan de Ommerschans na drie maanden nog geen enkele verbete­ring is te zien dd 6 april 1823, invnr 65,
– brief van directeur Visser aan de Permanente Commissie dd 17 april 1823, invnr 65,
– brief van directeur Visser aan de Permanente Commissie dd 21 april 1823, invnr 65,
– brief van Johannes vd Bosch aan de Perma­nente Commissie dd 29 april 1823, invnr 65,
– brief van Johannes vd Bosch aan de Permanente Commissie dd 5 mei 1823, invnr 65,
– brief van de provinciaal commandant van Overijssel aan de Permanente Commissie dd 11 mei 1823, invnr 65.
Er zijn later nog naweeen:
– de commissaris-generaal van oorlog stuurt een rapport ‘van den heer luitenant Generaal Cort Heijligers’ over de vestiging van het detachement aan de Ommerschans dd 10 december 1824, invnr 71,
– brief van directeur Visser aan de Permanente Commissie dd 29 december 1824, invnr 71,
– brief van directeur Visser aan de Permanente Commissie dd 6 januari 1825, invnr 72.