Aanmerkelijk grootere sterfte, p 216

Correspondentie over Swart:
– 9 oktober 1823: De gouverneur van Overijssel stuurt de Permanente Commissie een brief van de provinciale genees­kundige commissie over de geneesheer van de Ommerschans, invnr 67,
– 17 november 1823 reageert de Permanente Commissie daarop, invnr 354,
– 29 november 1823: De gouverneur van Overijssel stuurt het oordeel van de provinciale genees­kundige commissie over de aanstelling van Swart tot heelmeester in de Ommerschans,
– 9 december 1823 schrijft Johannes van den Bosch aan de Permanente Commissie dat het even moet wachten tot hij in Den Haag is, invnr 67,
– 30 januari 1824 zwicht de Permanente Commissie in een brief aan de gouverneur, invnr 355,
– 8 februari 1824 schrijft directeur Visser aan de Permanente Commissie dat Swart en aanvullend examen afleggen niet ziet zitten, invnr 68,
– 21 februari 1824 stuurt directeur Visser aan de Permanente Commissie een brief van Swart waarin hij het verder uitlegt, invnr 68.

Op 23 februari 1824 schrijft directeur Visser aan de Permanente Commissie over de vele zieken en doden op de schans, en 28 februari schrijf hij daar weer over, invnr 68. In de Star van maart 1824 rapporteert dokter Schuurman uit Steenwijk over een bezoek dat hij aan het ziekenhuis op de Ommerschan heeft gebracht, p 227 ev.

Stukjes Maatschappij-propaganda over gezondheid:
‘Met den schoonen blos der gezondheid op hunne aangezigten’, uit de Star 1826, onderwijsverslag p 644 ev.
Star 1824 p 565: ‘Allerwegen wordt de Geneeskundige dienst in de kolonien door geschikte mannen uitgeoefend; dit, gepaard met de gezonde ligging der kolonien en den arbeid in de vrije lucht, maakt het verblijf in de kolonien zeer gezond.’
Dat er in de eerste zes maanden bedelaarsgesticht slechts zes mensen zijn overleden, is volgens Johannes van den Bosch ‘een sprekend bewijs, hoeveel voordeeliger voor de gezondheid een verblijf in het open veld, dan in meer beslotene stedelijke werkplaatsen, geacht moet worden te zijn.’ uit de Star 1823, jaarverslag p 637.
De Star oktober 1823 verklaart de relatief hoge sterftecijfers uit ‘de zwakke, soms ziekelijke gestellen dezer laatste soort van kolonisten bij derzelver aankomst’.

NB: Volgens http://www.albertluten.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=29&Itemid=26 heeft Swart nog een voonaam: Anthon Felix Menno Simon SWART, geb. Wormer op 13 okt 1781.